Op de operatietafel

Uw hond is ziek? Een operatie bij een huisdier is altijd vervelend, zowel voor het baasje als voor het dier zelf. Uiteraard wordt er dan ook alleen tot een operatie overgegaan wanneer dit echt nodig is of zelfs levensreddend. Aan elke narcose voor een operatie zijn helaas de nodige risico’s verbonden, of het nu gaat om een hond, kat of konijn. Het risico wordt groter wanneer een dier in mindere conditie is. Uiteraard kan een specialist u precies vertellen welke risico’s uw ziek huisdier loopt.

Voorbereiding voor de operatie

De laatste twaalf uren voordat de operatie begint, mag het dier niet meer eten. Voor de operatie wordt het dier aan een pre-anesthetisch onderzoek onderworpen. Dan wordt de conditie van het dier bekeken en wordt er geluisterd naar hart en longen. Bij jonge dieren, die bijvoorbeeld gecastreerd of gesteriliseerd moeten worden is dit basisonderzoek voldoende. Bij oudere, minder fitte dieren wordt er vaak voor gekozen dit onderzoek aan te vullen met een bloedonderzoek. Zo ontstaat er een optimaal beeld van de conditie van het dier.

Na de operatie

Na de operatie blijft het dier meestal nog enige tijd in de praktijk, afhankelijk van de ernst van de ingreep. Wanneer u uw huisdier weer mee naar huis kan nemen is het belangrijk dat het de eerste periode voldoende drinkt. Wanneer het dier dit niet uit zichzelf doet, dient u dit te stimuleren. Verder is het normaal dat het dier na de operatie nog wat onrustig is. Wel zijn er meestal mogelijkheden voor pijnstillers, hetgeen het herstel bevordert en het dier ook rustiger maakt.